Bijschakelen
Een cruciaal idee voor de toekomst
Een cruciaal idee voor de toekomst is dat we ‘doorverwijzen’ vervangen door ‘bijschakelen’. Dat moet ervoor zorgen dat kinderen, jongeren en gezinnen altijd een geïntegreerd antwoord krijgen op hun zorg- en ondersteuningsvraag – zeker als er noden zijn op meerdere levensdomeinen.
Koen Gevaert, beleidsmedewerker bovenlokale teams licht toe.
Wat betekent voor jou ‘bijschakelen’?
Koen: “Het geeft vorm aan het mooie principe van ‘gedeelde verantwoordelijkheid’. Kort door de bocht is doorverwijzen het doorschuiven naar iets of iemand anders omdat de vraag buiten jouw hokje, opdracht, expertise… valt. Bij ‘bijschakelen’ blijf je aan zet en laat je je bijstaan door anderen die jou kunnen helpen. Waardoor de relatie met de hulpvrager overeind blijft.”
“Dat aspect van ‘relationele continuïteit’ wordt ook heel sterk geapprecieerd. Er is vertrouwen, je blijft dicht bij, je kan aanhaken bij het vertrouwde en ook het formele en het informele combineren.”
“Kinderen, jongeren en hun ouders ervaren hulp en dienstverlening als een samenhangend geheel in plaats van losse elementen die in een ‘ketting’ na elkaar komen.”
Je kan toch ook ‘warm’ doorverwijzen met heel veel zorg en gedeelde informatie?
“Dat klopt puur objectief en rationeel zeker. Toch blijkt keer op keer dat jongeren en gezinnen telkens weer hun verhaal moeten doen of dat de overdracht niet altijd even vlot is gelopen. Je kan dat vermijden door iemand er bij te houden die de jongere of het gezin door en door kent. Je zou er de term ‘trajectondersteuners’ op kunnen kleven, maar belangrijk is dat we ons als hulpverlener openstellen voor anderen. Dat we het wat open trekken.”
‘Kinderen, jongeren en hun ouders ervaren hulp en dienstverlening als een samenhangend geheel in plaats van losse elementen die in een ‘ketting’ na elkaar komen’
Wat betekent bijschakelen voor de hulpverlener?
“In eerste instantie word je ondersteund zodat je de relatie met je cliënt niet hoeft te verbreken. Dat mag evenwel niet betekenen dat iedereen op de duur alles moet kunnen. Er wordt wel extra ingezet op expertise rondom je. Een tweede valkuil is dat hulpverleners op de eerste lijn het gevoel kunnen hebben dat ze ‘er mee blijven’ zitten. Dat kan er dan weer voor zorgen dat ze aarzelen om zich te engageren. Het gebeurt ook dat ze handelingsverlegenheid voelen over moeilijke thema’s zoals verontrusting.”
Op het congres veel inspiratie opgedaan?
“Ja, toch wel. Het was een boeiende dag. Ook veel mensen ontmoet, dat kan alleen maar op zo’n groot evenement. Er leven heel veel ideeën en modellen om dat idee van bijschakelen waar te maken. Van meer geïntegreerde diagnostiek tot de buddy’s en coaches in de jeugdhulp. Ook bij de intersectorale netwerken die nu al bestaan zien we veel goede praktijken.”
“Bijschakelen is op zich geen nieuwe procedure naast doorverwijzen. Opvallend op het congres was de consensus dat bijschakelen een andere kijk veronderstelt in heel het landschap. Meer vertrekken van relatie dan van specialisatie of afgebakende expertise.”
Het veronderstelt ook een herdenken van het aanbod zelf?
“Ja, zeker. Niet enkel het bijschakelen als proces moet flexibel gebeuren, maar ook datgene wat bijgeschakeld wordt dient flexibel te zijn. We kunnen ook wel wat leren door over het muurtje heen te kijken en te leren uit ervaringen van andere sectoren. Ook op dat vlak was het congres heel erg inspirerend.”
Meer weten? Ga naar Opgroeien